Iedereen materialist

 
Een beschouwing over materialisme en anti-materialisme, en over vulling en vervulling.
 
En de materie, altijd weer de materie, die alle geest tot zich trekt, in plaats van andersom. Etty Hillesum

Wat wens ik mijn kinderen toe? Wat wens ik kinderen toe? Dat ze door het leven mogen fladderen, vol vreugde en energie, en daarbij wat goeds teweegbrengen. Hoe eenvoudig deze wensen ook zijn, er wacht voor hen een uitdagend parcours. Want soms lijkt het wel dat de samenleving iets anders voor hen in petto heeft. En het heeft iets met materialisme te maken.

Wat is materialisme? We geven geld uit aan het designinterieur van ons huis. Of investeren in een auto. Of we zetten dat huis vol boeddhabeelden, tarotkaarten, genezende kristallen, helende bloesemextracten. En wat kunnen we zeggen over al die collecties boeken? En speelt wat er dan op onze mp3-speler staat een rol in de beoordeling van hoe materialistisch we zijn? Mensen met veel of dure spullen, zijn toch overduidelijk materialisten!? Het gaat echter om meer dan louter bezit. Er is ook die belevingseconomie: naar een concert of een sauna gaan, zweefvliegen en surfen, citytrippen en trippen op speed, verre reizen maken of een bekend filosoof laten spreken op je feestje … Het is allemaal geld ruilen voor een belevenis, een beleving. Spullen blijven, je kunt ze opslaan. Belevingen zijn vluchtig, maar je kunt de herinneringen eraan opslaan in je geheugen, ondersteund door geheugenkaarten vol foto’s en filmpjes. Leunt dat allemaal ook niet sterk aan bij materialisme? En voortdurend je geld tellen en geen euro uitgeven, is ook dat geen materialisme?

Door het begrip ‘materialisme’ open te trekken naar ‘hebben’ – dingen hebben, geld hebben, belevingen hebben en herinneringen eraan hebben – kom ik tot de vaststelling dat we allemaal op de een of ander manier in meer of mindere mate materialisten zijn. We willen hebben en gehad hebben. Hierachter zit de redenering: “Als ik dit of dat heb (gehad), dan zal mijn leven beter zijn.” “Als” en vervolgens “dan”. Die dynamiek vinden we terug in de vervulling van onze basisbehoeften: “Ik heb koud en wat ik wil hebben is warmte.” Hetzelfde geldt voor dorst en water, ademnood en zuurstof, honger en voedsel, en vermoeidheid en rust. Hebben is wat we nodig hebben om te overleven. Materialisme is wat er gebeurt als diezelfde structuur aan alles in ons leven wordt opgelegd. De centrale behoefte aan levensvervulling ligt hieraan aan de basis: we willen zinvol
leven en die zin vinden we door aan ons leven dingen toe te voegen, dingen waarnaar ons leven vervolgens kan verwijzen. Ik zag een presentatie van een man die zichzelf bestempelde als ‘antimaterialist’: al de dingen die van belang zijn, zijn onzichtbaar, was zijn stelling, zoals bijvoorbeeld zwaartekracht of liefde. En als je inzoomt op de ultieme bouwsteen van de materie, dan kom je op onzichtbare energie uit. Het koesteren van dat idee gaf hem zin. Als ‘antimaterialisme’,
dan ‘zinvol leven’.

In de boeddhistische psychologie wordt gesproken van ‘rupa’ of de macht die objecten over ons hebben omdat we die op onszelf betrekken. Zo goed als automatisch doet er zich een haast onbewuste selectie in onze perceptie voor op basis van wat voor ons relevant is. Het is alsof de objecten ons kiezen. Dat kan een chocoladetaart in de vitrine zijn, een ideologie of een aantrekkelijk lichaam. Wat dan ook. Het trekt ons aan. Zo bijvoorbeeld ook die ene cruciale promotie waarnaar je je hele leven zal kunnen teruggrijpen en je loopbaan deels herleiden tot geslaagd/niet-geslaagd. De promotie kiest jou dan. Maar ook heeft ons leven betekenis in het licht van het leven van andere mensen dat we gebruiken als referentiepunt. Zo las mijn grootmoeder graag biografieën om erin terug te vinden dat het leven van beroemdheden, net zoals het hare, niet eenvoudig was geweest. We kunnen ook smalend spreken over het leven van buren, familie, vrienden of collega’s, en het ‘mindere’ leven van anderen nodig hebben om dat van ons van waarde te kunnen laten zijn. Die of die persoon is ‘een van ons’ of ‘onze mindere/meerdere’ of ‘een verloren geval’ of ‘mijn idool’. Dat is een gevolg van de onvermijdelijke neiging om het leven te verdingen, op de meetlat te leggen, te materialiseren aan de hand van normen. Met deze en andere maatstaven creëren we voor ons wenselijke omstandigheden.

Materialisme zou ik voorlopig willen afbakenen als de neiging in onszelf om vervulling te verwarren met vulling. Maar wat is dan vullen en wat vervullen? Je kunt je leven vullen met een drukke agenda, met fancy gadgets, met de schoolprestaties van je kinderen, vullen met indrukwekkende boeken- of muziekcollecties, met de registratie van je eigen leven, … maar zo een leven zal je uiteindelijk mogelijk niet vervullen. Want we zoeken dan vervulling via het surrogaat van de vulling. We denken: “als ik dat en dat en dat en dat … heb of heb meegemaakt, dan zal ik gelukkig zijn.” Dat blijkt nooit het geval te zijn, en diep in ons hart weten we dat. Toch vraagt het zoveel moed om die conclusie ook te trekken en de consequentie ervan onder ogen te zien. Wat is het diepere gevoel tijdens het koken of tijdens een stevige discussie aan de familietafel? Wat is het levensgevoel na een derde glas wijn of enkele uren tv-kijken? Wat is het diepere gevoel van het kind dat spontaan danst op muziek of de kunstenaar die aan iets uitdrukking geeft? Wat is het levensgevoel als je in je tuin werkt? Of als je je diploma behaalt – of de nobelprijs? Kunnen we voelen of het vulling of vervulling is? Kunnen we voelen wat vulling is en wat vervulling?

Fragment uit: De Weerdt, S. (2012). Dansen met de wereld. Psychologie van de ontmoeting. ASP

Hillesum, E. (2004/1942). Het verstoorde leven. Dagboek van Etty Hillesum. Balans.

Zie ook blog: Wat is kunst? Over vulling en vervulling.

Dear social constructionism,
Presentie in leiderschap en (zorg)werk
We value your privacy

We use cookies only to enhance your browsing experience. By clicking "Accept", you consent to our use of cookies.