Leiderschap als proces: deel 2

De gangbare notie van leiderschap veronderstelt dat leiderschap 'iets' is dat 'in' mensen 'zit'. De redenering is hier dus dat het gaat om een min of meer stabiele, weliswaar te ontwikkelen capaciteit of entiteit die in mensen terug te vinden is. Om leiderschap als fenomeen te begrijpen, moet er in die redenering worden bepaald WAT het inhoudt. In de voorgaande blog Leiderschap als proces - deel 1 argumenteerde ik dat deze manier om leiderschap te conceptualiseren op een dood spoor zit omdat het kampt met tal van problemen die voortkomen uit het gehanteerde paradigma, dat Kayak & Chia (2011) benoemen als "substance ontology". WAT als leiderschap wordt geconstrueerd hangt immers altijd af van de actoren en de situatie waarin die zich bevinden en de betekenis die ze daaraan geven.

DEEL 2: Naar een procesvisie op leiderschap

Daaruit volgt de vraag: "If leadership is not 'in' a leader or 'done by' a leader […], how are we to insightfully conceive exactly what constitutes leadership and from where it originates?" (Lichtenstein et al., 2006, p.2). Om te komen tot een antwoord hierop, duiken we in een aantal metatheoretische beschouwingen waarbij we een "process ontology" of procesvisie verkennen. Vanuit dit paradigma komt de aandacht te liggen op HOE leiderschap ontstaat. Maar alvorens hierover een concrete voorstel te formuleren (in de volgende blog Het leiderschapsproces) verkennen we hier eerst wat een procesvisie op leiderschap kan inhouden. Hierbij laten we ons onder meer inspireren door de procesfilosofie van Alfred North Whitehead. Wat volgt is geen vrijblijvende academische oefening, maar een uitnodiging om kritisch te kijken naar de uitgangspunten van waaruit wij, 'reflective practitioners', naar leiderschap kijken en ermee aan de slag gaan. De pragmatische meerwaarde van dit onderzoek bestaat erin dat het subtieler inzicht geeft in dit complex fenomeen en uitzicht op nieuwe mogelijkheden.

1. Een procesvisie op leiderschap kan er allereerst in bestaan om leiderschap te begrijpen als een proces dat overal kan optreden waar mensen met elkaar samenwerken, en dus niet inherent gerelateerd is aan de eigenschappen van een individu (zoals zijn/haar capaciteiten, persoonlijkheid of positie in de organisatie). Het is bijgevolg een dynamische en mogelijk gedistribueerd gebeuren dat in het samenwerkingsproces voortdurend kan verschuiven van het ene individu naar het andere (Lichtenstein et al., 2006). Zo nemen mensen in een hoogkwalitatieve samenwerking in complexe situaties afwisselend leiderschap op in functie van wat de situatie vraagt. Leiderschap is een stroom van bewegingen die mensen in relatie met elkaar op elk moment kunnen maken. "Leadership occurs in the 'spaces between' agents. […] Leadership occurs when interacting agents generate adaptive outcomes. […] Leadership can occur anywhere within a social system. It need not be authority or position based, but is instead a complex interactive dynamic sparked by adaptive challenges" (Lichtenstein et al., 2006, p.3-4). Leiderschap kan dus worden gezien als een organisch gebeuren dat spontaan emergeert tussen mensen vanuit een kwaliteit van samenwerken: "leadership is an emergent event, an outcome of relational interactions among agents; [….] leadership occurs in the 'spaces between' agents" (Lichtenstein et al., 2006, p.2-3; ; Craps et al., 2019).

Leiderschap is ook een gebeuren dat zich afspeelt in een dynamisch netwerk of web van andere maatschappelijke, organisationele en groepsdynamische gebeurtenissen. Vanuit het procesparadigma zijn bijvoorbeeld ook organisaties geen solide entiteiten, maar worden ze voorgesteld als "relatively stabilized relational configurations that have evolved as actualities out of an infinite number of possibilities" (Nayak & Chia, 2011, p.282). Ze zijn "patterned yet indeterminate" (Tsoukas, 2003, p. 619; in Nayak & Chia, 2011). "A process philosophical viewpoint promotes a decentred and dispersive view of organizational reality as a fluxing concatenation of atomic event clusters that resists simple location and static representation" (Nayak & Chia, 2011, p.284). De procesvisie nodigt uit om de realiteit te bekijken als bestaande uit bewegingen, stroom, transformatie.

2. Vanuit de procesbenadering kan leiderschap verder worden beschreven als een fenomeen dat emergeert vanuit de potentialiteit die zich situeert in het spanningsveld tussen heden en toekomst. Nayak en Chia (2011): "the experience accumulated through the process of responding gnaws at the future in response to the world-at-hand" (p.303). Leiderschap stroomt van potentialisering naar actualisering, van een oriëntatie op de toekomst doorheen het eeuwige heden naar een constructie van het verleden. De realisatie van die potentialiteit, zijnde het verschil dat in het leiderschapsproces wordt gemaakt, wordt geconsolideerd of 'gereïficeerd' als betekenisconstructie, en dus als entiteit. In diezelfde zin omsluit het procesdenken het entiteitsdenken: naast het gemaakte verschil in de samenwerking wordt ook leiderschap als 'product', als 'residu' van het leiderschapsproces telkens weer in dat proces mee opgenomen. De attributie van wie wanneer op welke manier leiderschap opneemt, is een co-constructie die vanuit het samenwerkingsproces ontstaat. Leiderschap kan dus nooit eenzijdig, zelfverklaard aan zichzelf worden toegeschreven: we hebben het ook altijd aan de andere te vragen. En de gedeelde, impliciete of expliciete conclusie "dit is leiderschap" wordt vervolgens meegenomen in het verder verloop van de interactie. De constructie van entiteiten, zoals het gemaakte verschil en leiderschap, en hoe die entiteiten met elkaar samenhangen maakt dus deel uit van het proces. Of zoals Deleuze (1999) het zegt: "a thing in itself and in its true nature is the expression of a tendency before being the effect of a cause" (p. 45; in Nayak & Chia, 2011).

Leiderschap vertrekt vanuit een oriëntatie op een mogelijke toekomst, of beter: vanuit potentialiteit. In de idee van leiderschap als zich-realiserende-potentialiteit zit ook dat het inherent samen gaat met verandering en transformatie. De realiteit is na de beroemde toespraak van Martin Luther King anders dan die daarvoor. Idem voor het geweldloos verzet van Ghandi in Zuid-Afrika of dat van Rosa Parks op een bus in Alabama. Leiderschap transformeert de bestaande realiteit. Niet-leiderschap komt daarentegen voort vanuit een 'herspeling' van het verleden in het heden: handelen vanuit gewoontes, vanuit wat de situatie van mensen verwacht, in lijn met de bestaande cultuur, enzovoort. Niet-leiderschap bekrachtigt en bestendigt bestaande patronen, bevindt zich in een keten van oorzaak en gevolg relaties, wordt bepaald door de omstandigheden. Inherent aan leiderschap, daarentegen, is dat het verandering teweeg brengt die niet vanuit de patronen of conditioneringen uit het verleden kan worden verklaard of voorspeld. Leiderschap schrijft op kleine of grote wijze geschiedenis. Het kan bijvoorbeeld cultuurcreërend of identiteitsscheppend zijn, maar ook cultuur- of identiteitsbestendigend zijn daar waar die cultuur of identiteit wordt bedreigd. Leiderschap is het proces dat resulteert een verschil dat een verschil maakt.

3. Leiderschap wordt in de voorgestelde procesvisie voorgesteld als een 'leeg' proces, waarmee we bedoelen dat het geen inherente inhoud heeft (zie Hosting, 2010): elke unieke situatie heeft haar eigen unieke leiderschapsrespons in termen van WAT er gebeurt. Door te beschrijven HOE leiderschap gebeurt (waarover in de volgende blog meer), snijden we dwars doorheen de oneindige hoeveelheid van potentiële situaties waarin leiderschap zich kan manifesteren (en vermijden we daarmee de in de voorgaande blog besproken proliferatie van leiderschapsconcepten en de categorisatieproblemen die hierbij komen kijken). Door leiderschap voor te stellen als inherent 'leeg' en responsief ten aanzien van de inherent unieke, complexe situatie, is het tegelijk onbepaald, creërend, creatief van aard, en dit als antwoord op de complexiteit van de situatie (zie Marion & Uhl-Bien, 2001). Leiderschap is in die zin inherent verweven met de mogelijkheid tot vrijheid en de verantwoordelijkheid die eruit voortvloeit (zie Block & Koestenbaum, 2023).

Samenvattend stippen we in onderstaande tabel enkele belangrijke verschilpunten aan tussen het entiteitsmodel en de procesvisie van leiderschap: 

Leiderschap als entiteit Leiderschap als proces
Leiderschap is een (eerder statisch) kenmerk van een individu, een capaciteit en dus een entiteit Leiderschap is een dynamisch gebeuren, een proces
Leiderschap is als fenomeen eenduidig bepaalbaar los van de context waarin het verschijntLeiderschap is een creatief proces als antwoord op situationele complexiteit
Leiderschap is vooraf gegeven (bijv. verbonden aan iemands functie, capaciteit of persoonlijkheid), voorafgaand aan de situatieLeiderschap is emergent, voortkomend uit de situatie
Leiderschap is gecentraliseerd in het individuLeiderschap wordt 'achteraf' toegeschreven aan individuen (of een collectiviteit), maar is tegelijk dynamisch, gedistribueerd en relationeel van aard
Leiderschap zit in een mechanistische ketting van oorzaak en gevolg relaties. Het is gedetermineerd.
Leiderschap stroomt in het heden van toekomst/potentialiteit naar verleden/actualisering, voorbij stimulus en respons. Existentiële vrijheid ligt er aan de basis van.
Maar hoe gebeurt leiderschap dan? Als leiderschap volgens de definitie van Yukl (2006) een "process of influencing others" is, hoe voltrekt dit proces zich dan? Welke gebeurtenissenstroom leidt tot de manifestatie van leiderschap? Ofwel: hoe kunnen we de voorgestelde procesvisie concreter maken zodat die hanteerbaar wordt in de praktijk? Welke condities kunnen we 'cultiveren' om leiderschap te laten ontstaan? Daar gaan we in de volgende blog Het Leiderschapsproces (Leiderschap als proces - deel 3) nader op in.


Referenties

Block, P. & Koestenbaum, P. (2023). Confronting our Freedom. Leading a Culture of Chosen Accountability and Belonging. Wiley & Sons.

Craps, M., Vermeesch, I., Dewulf, A., Sips, K., termer, K. & Bouwen, R. (2019). A Relational Approach to Leadership for Multi-Actor Governance. Administrative Sciences, 9, 12, 1-11.

Hosting, D. (2010). Moving Relationality: Meditations on a relational approach to leadership. In Bryman, A et al. (Eds.): Sage Handbook of Leadership. Sage Publications.

Lichtenstein, B.B, Uhl-Bien, M., Marion, R., Seers, A. & Douglas, J. (2006). Complexity leadership theory: An interactive perspective on leading in complex adaptive systems. E:CO 8 (4), 2–12

Marion, R. & Uhl-Bien, M. (2001). Leadership in complex organizations. The Leadership Quarterly, 12, 389-418.

Nayak, A. & Chia R. (2011). Thinking becoming and emergence: Process philosophy and organization studies. Research in the Sociology of Organizations, 32, 281–309

Yukl, G. (2006). Leadership in Organizations (6th ed.). Upper Saddle River, NJ: Pearson Education, p. 8


×
Stay Informed

When you subscribe to the blog, we will send you an e-mail when there are new updates on the site so you wouldn't miss them.

Leiderschap als proces: deel 3
Leiderschap als proces: deel 1
We value your privacy

We use cookies only to enhance your browsing experience. By clicking "Accept", you consent to our use of cookies.